Op het To Do-lijstje van Sam deze week staat aardappels poten, asperges steken en aardbeien planten. “Ik heb de groentetuin nu een jaar of vijf, samen met m’n broer. Het is een flinke lap. Zo’n 500 vierkante meter, waar binnenkort ook een folietunnel op komt. Ik heb tomaten, komkommers, sla. Van alles. We kunnen er met z’n zessen van eten.”
De moestuin, waar hij wekelijks zo’n zes tot acht uur tijd aan kwijt is, ligt bij zijn ouderlijk huis in Bergharen. Op die voormalige boerderij is de liefde van Sam voor tuin- en akkerbouw begonnen. Na de havo leidde het tot de keuze voor de HAS. “Ik heb nog eventjes Dronten overwogen, maar dat zou te veel reistijd betekenen. Ik wil niet op kamers.”
In het eerste jaar deed Sam veel praktijkonderzoek. “Zo ga je bijvoorbeeld het effect van groeihormonen op een plant na. Zie je het aan de wortels? Maakt ie meer blad? Zijn er verschillen tussen bonen, sla en radijs? Erg interessant.”
Zijn oriënterende stages in Steenbergen heeft hij net achter de rug. Een maand bij een tomatenteler en een maand bij een akkerbouwer. “Je doet alle voorkomende werkzaamheden – planten, oogsten, bladsnijden. Met een medestudent logeer je ook bij die agrariër. Een leerzame tijd.”
De sfeer op de HAS? “Ideaal”, zegt Sam. “Ik voel me er thuis. En mijn klasgenoten zijn sympathiek.” Binnenkort moet hij een keuze in oriëntatie maken. Hij weet nog niet of hij het accent in zijn studie op open of gesloten teelt gaat leggen “Maar ik kom er vast uit. Sowieso zijn er genoeg docenten en studenten die me willen helpen met het maken van deze beslissing. Ook dat maakt de HAS bijzonder.”