Ruim 20 jaar bestaat het azalea-ras dat Michelle heet. Dat is geen toeval. Haar vader, die een groot potplantenbedrijf in het Duitse Bielefeld heeft, vernoemde de soort naar haar. En het azalea-ras Franziska; dat is haar zus.
Eén zekerheid: Michelle is haar vierjarige bloeiperiode op de HAS begonnen. Daar ging een zoektocht aan vooraf. “Na de middelbare school heb ik de universiteit van Osnabrück overwogen. Maar dat vond ik te theoretisch. Op de internationale plantenbeurs in Essen kwam ik mensen van de HAS tegen. Dat klikte meteen.” Nu woont ze in Den Bosch. “Een superleuke, vriendelijke stad.”
De kracht van de HAS? Ze vindt het een school die sterk op de toekomst let. “Je leert vooruitkijken en -denken. Wat zijn de kansen? Wat de valkuilen?” De studie Horticulture & Business Management past sterk bij haar ambities. Ooit wil Michelle het bedrijf van haar vader overnemen. “Hij heeft 25 hectare planten op het veld en 4,5 hectare onder glas.”
De verhouding biologie – economie in haar studie vindt ze perfect. “Net iets meer biologie. Dat is fijn. Maar ook bedrijfskunde vind ik belangrijk. Als je een uitstekende kweker bent maar geen idee hebt van prijsvorming of distributie heb je een probleem.” Stage liep ze bij een kweker in het Zwitserse Lüzern en bij Royal van Zanten in Aalsmeer, een internationale ‘kraamkamer’ van planten en bloemen. “Ik heb onderzoek gedaan. Mijn onderzoeksvraag was: hoe kan Royal van Zanten de positie van de eigen klanten/kwekers verbeteren voor productiedistributiekanalen – zoals Albert Heijn en Intratuin. Ik wil samenwerking bevorderen tussen de partijen die de keten delen. Meer rechtstreeks contact tussen bijvoorbeeld kwekers en winkelketens is zinvol. Vroeger kochten ketens zelf in. Nu beslissen veelal groothandels wat er in de winkels komt te staan.”
Na haar studie? Eerst een jaartje terug naar Bielefeld. Dan een jaar reizen en Spaans leren.